Untitled (Window)

Koelewijn plaatste een draaiend raam in de achtermuur van galerieruimte, en gaf het publiek zicht op de tuin van de achterburen. Tien jaar eerder maakte hij op precies dezelfde plek het werk ‘The World is my Oyster’. Een gat in de galeriemuur zo groot als een voetbaldoel (een voetbal opgebouwd uit pepermuntjes lag er schietklaar voor) bood uitzicht op dezelfde tuin. Het is duidelijk: voor Koelewijn is de werkelijkheid kunst genoeg. Het werk met de draaiende ramen ligt duidelijk in het verlengde van ‘The World is my Oyster’ uit 1996.

“Het is een voortzeting van een manier van denken over de werkelijkheid, dat eigenlijk alles er al is. En dat door middel van ingrepen, in dit geval van kozijnen die langzaam ronddraaien, de waarneming van de werkelijkheid, zoals je die doorgaans kent, even verstoort wordt en de waarneming even op scherp zet.”

In tegenstelling tot de tentoonstelling destijds in Amsterdam stelt Koelewijn in Den Haag niet de waarneming van de werkelijkheid buiten, maar binnen het gebouw op scherp. De vijf ramen bevinden zich afzonderlijk van elkaar op de begane grond en de vier verdiepingen van het gebouw. Ze zijn aangebracht in de blinde muren van vijf werkkamers en geven uitzicht op de lange, open gangpaden van de verdiepingen, die in de vernieuwde opzet van Evelyne Merkx (Merkx + Girod Architecten) het architectonische zenuwstelsel vormen van het gebouw. In relatie tot de functie van het gebouw biedt Koelewijn de staatsraden, de bewoners van de vijf werkkamers, een introspectief venster op hun professionele werkelijkheid. De draaiende ramen herinneren hen dagelijks aan de noodzaak van een wisselend perspectief, om hun voortdurende taak van wikken en wegen goed te kunnen uitvoeren.

Comments are closed.